Wanneer een vreemdeling wordt aangehouden voor het hier als ongewenst vreemdeling of als vreemdeling aan wie een inreisverbod is opgelegd, verblijven, rijst de vraag of er strafvervolging moet komen of dat er gekeken wordt of iemand(met voldoende voortvarendheid) kan worden uitgezet.
Het thema van de ongewenste vreemdeling thans vaak de vreemdeling aan wie een inreisverbod is opgelegd blijft de gemoederen bezig houden. Moet daarnaast illegaliteit strafbaar worden gesteld en hoe daar mee om te gaan?
Ten aanzien van de ongewenst verklaarde vreemdeling of aan de vreemdeling aan wie een inreisverbod is opgelegd, spelen de volgende aspecten een rol.
Naar aanleiding van de terugkeerrichtlijn die door EU is uitgevaardigd, rust er een plicht op staten om een vreemdeling uit te zetten in plaats van de strafprocedure door te zetten. In de arresten El Dridi en Achughbabian heeft het Europees Hof van Justitie uitleg gegeven over uitleg van de terugkeerrichtlijn. De vraag die voorlag was of uitzetting voorrang heeft op een strafvervolging (van met name overtreding van art.197 Sr). Het antwoord is ja. Als een (ongewenste) vreemdeling daadwerkelijk uitgezet kan worden, heeft dat voorrang op een strafvervolging wegens overtreding van het hier te lande zijn als ongewenst verklaarde vreemdeling of vreemdeling aan wie een inreisverbod is opgelegd.
In een uitspraak van 15 november 2012 van het Gerechtshof Arnhem, heeft het Hof het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard (ECLI:NL:GHARN:2012:BY5592). De man werd vervolg voor art.197 Sr, het zich in Nederland bevinden als ongewenst vreemdeling. De politierechter had hem veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf. Het OM was de mening toegedaan dat de verdachte kon worden vervolgd en de opgelegde straf geëxecuteerd kon worden. De advocaat-generaal gaf aan dat men de veroordeelde de straf heeft laten uitzitten omdat dat altijd zo gaat.
Het Hof dacht hier –met de raadsman- anders over en verklaarde het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk.
Het Gerechtshof in Den Bosch gaf in het arrest van 10 april 2012 al de richting aan dat de terugkeerrichtlijn ook ziet op een strafvervolging wegens art.197 Sr (ECLI:NL:GHSHE:2012:BW1281).
De Hoge Raad oordeelt op 21 mei 2013 dat de terugkeerrichtlijn zich niet ertegen verzet dat op grond van art. 197 Sr een gevangenisstraf wordt opgelegd aan een tot ongewenst verklaarde vreemdeling komende uit een derde land in de zin van art. 3.1 van de richtlijn en op wie de terugkeerprocedure zoals in de richtlijn beschreven staat, is toegepast en die illegaal in Nederland verblijft. Er wordt wel in strijd met de terugkeerrichtlijn gehandeld op het moment dat de stappen van de terugkeerprocedure niet zijn doorlopen omdat dat een belemmering kan opleveren van een doeltreffende beleid ten aanzien van terugkeer en verwijdering van illegaal verblijvende vreemdelingen uit een derde land (ECLI:NL:HR:2013:BY3151).
U zoekt een advocaat om een juridische procedure te starten of om u te voorzien van juridisch advies? Neem dan contact met ons kantoor op. Ons telefoonnummer is 030-2302060. Wordt u liever teruggebeld vul dan het contactformulier in.
Leer meer over onze ervaren strafrechtadvocaten in Utrecht.
Neem contact opLees ook:
- De vreemdeling en het strafrecht U woont, leeft en werkt hier Nederland. U...
- Schelden mag (niet)! Enige tijd geleden onstond er ophef in de...
- vrijstelling TWV kennisindustrie Vrijstelling TWV kennisindustrie, wel boeterisico. Voor bedrijven uit...
- Directe executie gevangenisstraf Het kabinet in de persoon van Staatssecretaris Teeven...
- Vreemdeling in detentie altijd extra het haasje Geen VI, geen taakstraf, geen reclassering en ook...