Intrekking EU vergunning bij aanvraag bijstand
Indien een EU-burger bijstand aanvraagt bij de gemeente, bestaat het risico dat het verblijfsrecht vervalt. De beoordeling van de bijstandsaanvraag doet de gemeente, de beoordeling van het verblijfsrecht doet de IND. Per 1 oktober 2013 start een pilot-project in Rotterdam (dit betekent een uitbreiding van de pilot “verblijfsbeëindiging EU-burgers te Vaals”). De gemeente en de IND werken dan samen om deze kwesties te beoordelen. De Minister van Sociale Zaken heeft deze werkwijze aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer van 10 juli jl. De tekst van deze brief treft u hieronder aan.
Datum 10 juli 2013
Betreft Pilot Rotterdam
Tijdens een algemeen overleg met de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 17 januari jl. heb ik toegezegd dat de pilot “Verblijfsbeëindiging EU-burgers te Vaals” zal worden uitgebreid naar Rotterdam, vooruitlopend op een landelijke regeling. Mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie informeer ik u over de stand van zaken.
Naar aanleiding van mijn toezegging heeft intensief overleg plaatsgehad met het ministerie van Veiligheid en Justitie, de IND en de Gemeentelijke Sociale Dienst Rotterdam. Daarbij is een werkwijze onderzocht waarbij de beoordeling van het recht op bijstand zo veel mogelijk met de beoordeling van het verblijfsrecht samenloopt. Daardoor wordt voorkomen dat bijstand wordt uitbetaald in situaties waarin achteraf blijkt dat het verblijfsrecht eindigt als gevolg van het uitbetalen van bijstand. Inmiddels hebben de IND en de gemeente Rotterdam concrete werkafspraken gemaakt over de wederzijdse gegevensuitwisseling en de termijnen waarbinnen deze gegevens moeten worden verzonden. Deze afspraken zijn in de bijlage bij deze brief opgenomen.
Bij de inrichting van de pilot is rekening gehouden met de uitspraken van de Centrale raad van Beroep over de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenten (die verantwoordelijk zijn voor de beoordeling van het recht op bijstand) en de IND (die toetst of het beroep op bijstand gevolgen heeft voor het verblijfsrecht), waarover ik u in mijn brief van 28 maart 2013 (Kamerstukken II, 30 545 nr. 118) heb geïnformeerd. De pilot gaat op 1 oktober a.s. van start en zal vooralsnog zes maanden duren. Evaluatie vindt plaats na drie maanden en na het einde van de pilot.
Bij de beoordeling of een beroep op bijstand gevolgen heeft voor het verblijfsrecht wordt uitgegaan van de bestaande regels. Die regels bepalen dat alleen ingezetenen recht op bijstand hebben. EU-burgers hebben gedurende de eerste drie maanden van verblijf géén recht op bijstand.
Ook voor EU-burgers die als werkzoekenden Nederland zijn binnengekomen is er geen recht op bijstand.
Als EU-burgers die economisch niet actief zijn en langer dan drie maanden hier verblijven, een beroep doen op de bijstand kan dat leiden tot verblijfsbeëindiging. In beginsel leidt de eerste twee jaar ieder beroep op bijstand tot verblijfsbeëindiging. Naarmate men langer in Nederland verblijft wordt een beroep op bijstand minder snel als onredelijk beschouwd. Bij de beoordeling vindt altijd een individuele belangenafweging plaats. Pas als ze langer dan vijf jaar rechtmatig in Nederland verblijven, kan een beroep op bijstand in het geheel niet meer tot verblijfsbeëindiging leiden.
EU-burgers die korter dan een jaar hebben gewerkt, zich als werkzoekende hebben ingeschreven en onvrijwillig werkloos zijn geworden, behouden gedurende zes maanden de status van werknemer. Gedurende deze zes maanden heeft het beroep op de bijstand geen gevolgen voor het verblijfsrecht.
Als ze langer dan een jaar in Nederland hebben gewerkt, onvrijwillig werkloos zijn en zich als werkzoekende hebben ingeschreven, kan een beroep op bijstand niet meer leiden tot beëindiging van het verblijfsrecht.
De Kamer heeft op 28 mei 2013 (Kamerstukken II, 29 407, nr. 166) een
motie van de leden Azmani en Hamer aangenomen waarin de regering wordt verzocht om, binnen de kaders van het Europees recht, wettelijk te verankeren dat gemeenten bij een bijstandsaanvraag van een EU-migrant, voorafgaand aan het toekennen van een bijstandsuitkering, gaan toetsen bij de IND of de bijstandsaanvraag gevolgen heeft voor het rechtmatig verblijf. Ik heb toegezegd de motie uit te voeren.
De werkwijze van de “pilot Rotterdam” zal het uitgangspunt zijn van deze wettelijke regeling.
De tweede helft van 2013 zal ik belanghebbenden, zoals de VNG en het uitvoeringspanel, aan de hand
van een eerste wetsontwerp consulteren. Dan hebben ook gesprekken plaats met de
Europese Commissie om te waarborgen dat de wet geen inbreuk maakt op het vrije verkeer van
personen. Bij het opstellen van deze wet zullen uiteraard ook de ervaringen van de pilot worden
meegenomen. Na behandeling in de Ministerraad en het advies van de Raad van State, zal ik het
wetsontwerp voor de zomer van 2014 bij uw Kamer indienen, zodat het op 1 januari 2015 in werking
kan treden.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher
Bijlage: Afspraken tussen de gemeente Rotterdam en de IND
1. Melding gemeente aan IND
– Als een EU-burger een bijstandsaanvraag doet, meldt de gemeente deze aanvraag binnen een week aan de IND.
– Aanvragen van EU-burgers die niet ingezetenen zijn, die hier korter dan drie maanden verblijven of die als werkzoekenden naar Nederland zijn gekomen, worden direct afgewezen en niet gemeld aan de IND.
2. Terugmelding IND aan gemeente
– De IND stelt de verblijfsstatus vast van de EU-burger en meldt dit binnen twee weken aan de gemeente.
3.a Beroep op bijstand heeft geen gevolgen heeft voor het verblijfsrecht
– Dit is het geval als de EU-burger de status heeft van werknemer of zelfstandige, omdat hij langer dan een jaar in Nederland heeft gewerkt of als hij een economisch niet-actieve is die hier al langer dan vijf jaar verblijft.
– De gemeente kent bijstand toe.
3.b Beroep op bijstand heeft direct gevolgen voor het verblijfsrecht.
– Dit is het geval bij economisch niet-actieven die hier korter dan twee jaar verblijven.
– De IND brengt een voornemen tot verblijfsbeëindiging uit aan de EU-burger.
– De EU-burger heeft twee weken om zijn zienswijze tegen dit voornemen kenbaar te maken. Na verloop van deze termijn, besluit de IND binnen acht weken over het verblijfsrecht van de EU-burger en stelt de gemeente en de EU-burger hier direct van op de hoogte. Bij beëindiging van het verblijfsrecht wordt ook geen bijstand verleend.
– Indien na vier weken na de aanvraag door de EU-burger de gemeente geen duidelijkheid heeft over de gevolgen van het beroep op de bijstand voor het verblijfsrecht moet de gemeente het wettelijk verplichte voorschot uitkeren. Dit zal het geval zijn als de EU-burger bezwaar maakt tegen het voornemen tot verblijfsbeëindiging.
3.c Beroep op bijstand heeft gevolgen op termijn voor het verblijfsrecht
– De gemeente neemt een definitief besluit op de aanvraag.
– Dit is het geval bij werknemers of zelfstandige die hier korter dan een jaar hebben gewerkt. Zij behouden gedurende zes maanden na het ontstaan van de onvrijwillige werkloosheid hun verblijfsrecht.
– Dit is ook het geval bij economisch niet-actieve EU-burgers die hier al langer dan twee jaar, maar korter dan vijf jaar, verblijven. Voor de termijn van de uitkering wordt een glijdende schaal gehanteerd. Na afloop van deze termijn beëindigt de IND het verblijfsrecht
Voor vragen en advies kunt u contact opnemen.
ContactformulierNaar vreemdelingenrecht
Lees ook:
- Bijstand bij het politieverhoor Begeleiding en bijstand bij politieverhoor en consult voorafgaand...
- Per 1 oktober 2013 forse verlaging leges Per 1 oktober 2013 forse verlaging leges voor...
- Taaleis bij tijdelijk werk Heeft u een buitenlandse werknemer in dienst voor...
- Kroatië bij de EU per 1 juli 2013 Kroatië treedt toe, Kroatische werknemers nog minimaal 2...
- Wet Modern Migratiebeleid 1 juni 2013 van kracht Wet Modern Migratiebeleid (MoMi) 1 juni 2013 in...